Het (Bruin) Bergschaap is afkomstig uit de berggebieden van Oostenrijk en Duitsland. De streek waar het ras het meest voorkomt is Tirol. Doordat veel fokkers zich specialiseerden in de fokkerij van het witte Tiroler Bergschaap raakte het ras in de vergetelheid. Vanaf 1977 is men begonnen met het terugfokken van het (Bruin) Bergschaap om het ras te behouden. Een ras dat erg nauw verwant is aan het (Bruin) Bergschaap is het Engadiner Bergschaap dat in Zwitserland gehouden wordt.
Het (Bruin) Bergschaap komt voor in 4 kleurslagen. Het ras dankt zijn naam aan de licht- tot donkerbruine kleurslag. Daarnaast komt het ook voor in zwart, zwartbont en bruinbont. De wol is geschikt om te spinnen en te vilten.
Is goed aangepast aan het ruige alpine klimaat.
Hoofd
Het (Bruin) Bergschaap heeft een ramsneus. Deze is bij de rammen sterker ontwikkeld dan bij de ooien. Het ras heeft lange, wijd hangende oren die reiken tot aan de neus. De kop is lang, smal en tot op het voorhoofd bewold.
Hoorns
Zowel de ooien als de rammen zijn ongehoornd.
Nek / Hals
Het (Bruin) Bergschaap heeft een vrij lange hals en draagt zijn hoofd boven de schouders.
Voorhand
De voorhand is niet zwaar bespierd en heeft dan ook geen zware voorhand.
Middenhand
De middenhand heeft een lange rechte rug.
Achterhand
De achterhand is niet zwaar bespierd, maar stevig gebouwd.
Beenwerk
Het (Bruin) Bergschaap is een hoogbenig ras en beschikt over sterk beenwerk en harde klauwen.
Staart
De staart reikt tot op of over de hak.
Huid / Vacht
De wol is middellang en niet te grof. De kop is tot het voorhoofd bewold. Het ras komt voor in 4 kleurslagen; licht- tot donkerbruin, zwart, zwartbont en bruinbont. Bij de bonte kleurslag moet de kleurverdeling bestaan uit ongeveer 50% wit en 50% bruin of zwart. De gekleurde vlekken moeten zo mogelijk kogelrond en strak afgetekend zijn.
Afkeur: onderstaande 6 punten van afkeur worden vanwege het geringe aantal (30) dieren vooralsnog niet gehanteerd. Bij 50 dieren of meer worden deze afkeurpunten, na overleg met de rasvertegenwoordiger, wel gehanteerd.
- witte haren binnen de donkergekleurde vlekken.
- witte haren in de wol op de kop bij éénkleurige dieren.
- een mengsel van zwarte en bruine vlekken.
- de witte vlekken zijn gepigmenteerd.
- zwarte of bruine huidskleur afwezig.
- aftekeningen bij de kleurslagen bruin en zwart.
Concluderend:
- Van kleur en tekening geen afkeurpunt maken voor stamboekopname.
- Lammeren met bovenstaande afwijkingen aan kleur en tekening krijgen geen JA+, maar maximaal een JA. Volwassen dieren waarvan een puntenbalk wordt opgemaakt, krijgen de minimale punten op aftekening en vacht.
Algemeen voorkomen
Het (Bruin) Bergschaap is een hoogbenig schaap met lange brede hangoren en een duidelijke ramsneus. Het is een stevig gebouwd schaap met sterk beenwerk.
Het komt voor in de kleurslagen bruin (B), zwart (Z), zwartbont (ZB) en bruinbont (BB).