Scottish Blackface Ryeland Shetland

De Scottish Blackface is een zeer oud ras dat oorspronkelijk uit Schotland komt, maar nu in grote delen van
Groot Brittannië voorkomt.

De Scottish Blackface is een van de meest voorkomende rassen in Engeland. Momenteel zijn er in Groot Brittannië ca 3 miljoen ooien en dat is 16% van de totale schapenpopulatie, die in Engeland uit zeer veel rassen bestaat!
De Scottish Blackface is een zeer sterk ras, dat goed kan overleven in de ruige Schotse bergen.
Van oorsprong werd dit ras voornamelijk gehouden voor de wol, die door zijn vezellengte, veerkracht en slijtvastheid uitermate geschikt is voor de tapijtindustrie en voor de originele Schotse en Ierse tweeds en kilts.
Binnen het ras zijn er verschillende types te onderscheiden, genaamd naar de gebieden van oorsprong:

Het Perth type, een ruim schaap met medium tot zware wol en komt vooral voor in Noordoost Schotland, Zuidwest Engeland en Noord Ierland.

Het Lanark type, medium van lengte met dichte, kortere wol dan het Perth-type. De laatste dertig jaar is er een sterke invloed van het Newton Stewart type en dit heeft geleid tot een meer uniform, hard schaap met een hoge melkproductie. Dit type overheerst in de meeste delen van Schotland en Ierland.

In het Noorden van Engeland komt de Northumberland Blackface voor. Een ruim schaap met zachte wol dat van invloed is bij de fokkerij van verschillende kruisingen.

De Blackface-schapen worden in Schotland vaak onder zulke slechte omstandigheden gehouden, dat er meestal maar 1 of maximaal 2 lammeren geboren worden. Men heeft liever een éénling, die een grotere kans op overleving heeft dan een tweeling. Wanneer de dieren onder betere omstandigheden leven, zoals in Nederland, kunnen ze met gemak een tweeling groot brengen.