Historie
Rond 1650 bevolkte een groot, langgolvig schaap Leicestershire en de omliggende graafschappen, lang voordat ze verbeterd werden door Robert Bakewell. Hij fokte de Dishley, of New Leicester door zorgvuldige selectie, gebruikmakend van de goede kwaliteiten van zijn schapen. De Dishley Leicester ram Bluecap is stamvader van de Wensleydale.
Alhoewel de Leicester Longwool van oorsprong wit is, is vanaf 1984 ook de donkere kleurslag officieël erkend.
Bijzonderheden
Praktisch ieder Brits ras heeft wel iets van de genen van de Leicester Longwool dankzij Robert Bakewell. Het is een dubbeldoel ras, een snelle groeier waardoor geschikt als slachtdier, maar ook als leverancier van prachtige wol van hoge kwaliteit, waarbij vooral de glans en lengte van de vezel opvallend is.
In de jaren 60-70 van de vorige eeuw daalde het aantal schapen. In 1990 zijn ze geïntroduceerd in Amerika waar ze zeer populair zijn. Het is een zeldzaam ras. Het stamboek werd opgericht in 1893 in Driffield. Mede dank zij hun zeer goede tanden en poten worden ze zeer oud. Er komt geen scrapie voor in dit ras en ze zijn immuun voor hoefrot.
Vruchtbaarheid
Zeer goede moedereigenschappen, veel melk, de lammeren groeien snel. Lammerpercentage 120-150%.
Afbeeldingen
Rasbeschrijving in onderdelen
Hoofd
Krachtig geprononceerde kop op korte dikke nek. Kruin goed bedekt met wol die over de snuit valt.
Bij de witte dieren is de kopt wit, de oren zijn blauw, fijn en redelijk lang met af en toe zwarte vlekjes. Een sterke mond met gelijkmatige kaken en zwarte neusgaten. Alerte, heldere ogen.
Bij de donkere kleurslag zijn de kop en oren donker, waarbij witte haren bij neus en ogen (traanstrepen) zijn toegestaan.
Nek / Hals
De nek is kort tot gemiddelde lengte, sterk en op gelijke hoogte met de rug. De specifieke houding van de nek onderscheidt de Leicester Longwool van de andere longwools die de nek hoger dragen.
Voorhand
De schouders zijn recht en breed met een vloeiende, rechte lijn naar de rug.
De borst is diep en breed en steekt uit.
Middenhand
De rug is breed en recht. Wel gevuld achter de schouders met een grote omvang.
De ribben zijn zeer goed gebogen. De lende is lang, diep en breed.
Achterhand
De achterhand is breed tegen vierkant aan.
Beenwerk
De poten zijn recht en stevig en staan vierkant onder het schaap. Ze zijn vanaf de knie bedekt met fijn wit haar of een combinatie van haar en wol. Sommige dieren hebben kleine zwarte vlekken. De hoeven zijn zwart en sterk en immuun tegen voetrot.
Staart
De staart is lang en bewold.
Huid / Vacht
Bij de witte kleurslag is de huid is roze met soms zwarte of grijze vlekjes. Dit is geen probleem zolang er witte wol op groeit.
Bij de donkere kleurslag is de huid egaal donkerder gekleurd, bruin of grijs/zwart.
De vacht is glanzend en zijdeachtig met gelijkmatige structuur en kwaliteit. Goed gekruld.
Algemeen voorkomen
Ze bewegen zich vrij en soepel. Ze zijn alert, groot en hebben stijl en karakter.
Desondanks zijn ze meegaand en gemakkelijk te hanteren. Ooien 100 kg, rammen 150 kg.
| |
Ooilam
|
Ramlam
|
Jaarl ooi
|
Jaarl ram
|
Volw ooi
|
Volw ram
|
|
Geb.gew.
|
7 kg
|
7 kg
|
.
|
.
|
.
|
.
|
|
Groeisnelh
|
400 g/dg
|
400 g/dg
|
.
|
.
|
.
|
.
|
|
Gewicht
|
.
|
.
|
100 kg
|
130 kg
|
110 kg
|
150 kg
|
|
Formaat
|
.
|
.
|
Groot
|
Groot
|
Groot
|
Groot
|
|
Lam prod
|
.
|
.
|
120 %
|
.
|
150 %
|
.
|
|
Jaarrond
|
.
|
.
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
|
Wol
|
.
|
.
|
6 tot 9 kg
|
6 tot 9 kg
|
6 tot 9 kg
|
6 tot 9 kg
|
|
Horens
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
